Overal en nergens, zeg maar, tussen Noord-Zuidoost en West,
van je terug uit en op weg naar, is een beentje op z'n best.
Zijn er bijna, maar nog net niet, al lijkt het er aardig op.
Komt een beetje in de buurt van, hoe het hunkert in de kop.
Maar iets zegt je bijna, bijna haast, maar nog niet helemaal.
Nog iets verder zal het zijn, ja, is het verder ideaal.
Van zelden thuis, naar wie weet waar, van zou zo graag, naar wat ik wou.
Van Heldenhuis naar Karamaar, van moed zo nodig, naar ik jou.
Overal en nergens, zeg maar, tussen Noord-Zuidoost en West,
van je terug uit en op weg naar, is een beentje op z'n best.
Zijn er bijna, maar nog net niet, al lijkt het er aardig op.


En op weg naar, is een beentje op z'n best.
Het gebeurt wel, maar hoog zelden, blijft het hangen als een nit.
Gonst het mee over de velden.
Je weet niet.
Waar dat in zit, dat het even, even hier is.
En dan alweer weg, maar waar, zegt je hoofd dat het nooit klaar is.
Je gevoel zegt, morgen daar.
Van worstelveer, naar machtig mooi, van eens maar nooit, naar zijn er weer.
Van beste ooit, naar landen zooi, van voor het laatst komt.
Volgend keer, overal en nergens, zeg maar, tussen Noord-Zuidoost en West,
van je terug uit en op weg naar, is een beentje op z'n best.
En op weg naar, is een beentje op z'n best.
Van kanto, naar gaat maar door, van hoe lang door, naar lukt niet meer.
Van wassenhuis, naar het doel en het voor.
Van kanto, naar gaat maar door, van hoe lang door, naar lukt niet meer.
was eens waar, morgen weer overal en nergens, zeg maar.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Van je terug uit en op weg naar, is een beentje op z'n best.
Overal en nergens.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Overal en nergens.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Overal en nergens.
Tussen moord, zuiloos.
Ten rest.
Overal en nergens.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Overal en nergens.

Overal en nergens.
Tussen moord, zuiloos, ten rest.
Overal en nergens.
Muziek